Hoog aantal sterfgevallen Molukkers

HOOG PERCENTAGE OVERLIJDENSGEVALLEN

ONDER TWEEDE GENERATIE MOLUKKERS

Door: Joop Burgerhout

Pattimura Academie

September 2024

Logo Pattimura Academie

 

SAMENVATTING

Al geruime tijd was het de Pattimura Academie en anderen het volgende opgevallen: de tweede generatie Molukkers – zonen en dochters van ouders die in de jaren 50 van de vorige eeuw in Nederland aankwamen – overlijdt in rap tempo. Hun leeftijd is schokkend jong. Waar de gemiddelde Nederlander circa 82 jaar wordt, is het voor deze generatie misschien wel tien jaar jonger. Dat was het gespreksonderwerp in veel Molukse families in het afgelopen jaar.

Een klein onderzoek naar overlijdensadvertenties toonde aan dat het percentage Molukse overledenen (geboren in de periode 1946 – 1966) meer dan twee maal zo hoog lag als het landelijke gemiddelde in dezelfde leeftijdscategorie, resp. 70 % en 30,6 %.

De dissertatie van Adee Bodewes (2022) en een oproep op Facebook gaven geen reden om deze hoge cijfers van overleden Molukkers in deze leeftijdscategorie te ontzenuwen.

Verklaringen zijn onderzocht.
De geluiden binnen de Molukse gemeenschap dat asbest in de kampen debet zou zijn aan het hoge percentage zijn niet gegrond. Er zijn wel aanwijzingen dat intergenerationele trauma’s een grote rol spelen, te meer daar ook de jongste generatie Molukkers op vrijwel ieder gebied een achterstand heeft.

Nader onderzoek is nodig.

INLEIDING

Al geruime tijd was het de Pattimura Academie en anderen het volgende opgevallen: de tweede generatie Molukkers – zonen en dochters van ouders die in de jaren 50 van de vorige eeuw in Nederland aankwamen – overlijdt in rap tempo. Hun leeftijd is schokkend jong. Waar de gemiddelde Nederlander circa 82 jaar wordt, is het voor deze generatie misschien wel tien jaar jonger. Dat was het gespreksonderwerp in veel Molukse families in het afgelopen jaar.

Wat is de reden daarvan? Zou het gaan om asbest dat in grote hoeveelheden in de kampen en woonoorden te vinden zou zijn geweest? Zou het gaan om ongezond leven? Of spelen er andere factoren van invloed? En als we antwoorden zouden hebben, dan komt de vraag of het mogelijk is om beleid te ontwikkelen om het percentage naar beneden te krijgen?

Laten we eerst maar gaan kijken naar de cijfers, kloppen ze wel?

DEEL EEN: DE CIJFERS

Het is heel lastig om onderzoek te doen. Hoe moet men een Nederlandse Molukker omschrijven? Is dat iemand die twee Molukse ouders heeft, een dubbelbloed of is het ook iemand van wie een van de grootouders Moluks is? Het CBS heeft in 2020 een onderzoek gepresenteerd en dat ging uit van de eerste generatie. Dat was de startpositie. Er werden kleine stamboompjes gemaakt en zodoende verkreeg het CBS gegevens over de tweede en derde generatie. In alle eenvoud briljant van opzet, omdat daarmee de privacy gevoeligheid, vastgelegd in wet- en regelgeving, omzeild werd, en omdat door deze opzet alles wat maar enigszins Moluks bloed had werd meegeteld. Een kanttekening bij de CBS cijfers is dat enkele groepen niet in het onderzoek zijn meegenomen, zoals de groep Molukkers die in de jaren zestig uit voormalig Nederlands Nieuw-Guinea in Nederland is aangekomen.

We zijn inmiddels vier jaar verder. De Pattimura Academie wil onderzoeken waarom de tweede generatie zo jong sterft, maar het ontbreekt aan de mogelijkheden van het CBS. Daarom heb ik namens de Pattimura Academie in de afgelopen maanden een inventariserend onderzoek  gedaan. De enige bron zijn overlijdensadvertenties die te vinden zijn in de sociale media. Kabar2Duka (Maleis voor Overlijdensberichten) plaatst op haar Facebookpagina namen van en advertenties over Molukse overledenen. Na twee maanden verwijderen de beheerders echter de berichten. Van de maanden juni – augustus 2024 konden gegevens verzameld worden. In de onderstaande matrix staan de geboorteperiodes van de overledenen en het percentage overlijdensgevallen. De laatste kolom bevat de landelijke cijfers, waarvan de bron het CBS 2023 is:

 

Geboren Aantal Molukse overledenen percentage Landelijke percentages
Ø  1933 4 6,7 % 20,4 %
1934 – 1944 8 13,3 % 35,2 %
1945 – 1954 21 35 % 25,5 %
1955 – 1965 21 35 % 5,1 %
Ø  1965 6 10 % 13,8 %
totaal 60 100 % 100 %

70 % van alle overleden Molukkers die op Kabar2Duka is te vinden in de tweede generatie, geboren tussen 1945 – 1964. De oudsten gingen met hun ouders mee naar Nederland en kwamen daar als jonge, ontheemde kinderen aan in een koud en onbekend land, waar ze in nare, niet onderhouden woningen, zoals voormalige nazi-gebouwen te midden van herinneringen aan vermoorde Joden en wrede nazi’s geherbergd werden. De jongsten van deze tweede generatie werden daar geboren.
Daar groeiden ze op.

Het landelijk gemiddelde in deze leeftijdscategorie ligt op 30,6 %, en dat ligt ver onder de 70 % van de Molukse leeftijdsgenoten! De belanda’s werden geboren in Nederlandse gezinnen, er was geen en geen ontheemding.

De inventarisatie mag, hoe verleidelijk wellicht, niet direct leiden tot conclusies. Het onderzoekje op de FB-pagina van Kabar2Duka beperkt zich tot maar drie maanden, en het is niet zeker of alle Molukse overlijdensgevallen genoemd worden. Om als overledene herdacht te worden, moeten er directe nabestaanden zijn, en als die er zijn moeten ze ook nog eens de moeite nemen om te gedenken. Er zijn Molukkers die in eenzaamheid zijn overleden, anderen waren stokoud en hun kinderen zijn dan ook niet meer de jongsten, misschien kenden zij FB niet.
Kabar2Duka geeft een indicatie, maar er zijn meer gegevens nodig!

Meer gegevens …

Facebook-vraag

Medio augustus 2024 plaatste ik een klein berichtje op de Facebook-pagina ‘Ik heb hart voor het Molukse Erfgoed”: Graag wil ik weten hoe de overlijdensleeftijden van de Molukkers in de afgelopen twee jaar zijn geweest (…) In de afgelopen twee maanden was de gemiddelde leeftijd van de overleden Molukkers op Kabar2Duka 75 jaar, terwijl dat in Nederland op circa 82 jaar ligt. Dit kan alarmerend zijn, want het zo kunnen betekenen dat er iets gaande is onder Molukkers wat onze gezondheid bedreigt”

Er kwamen bijna 50 reacties binnen met soms uitgebreide beschrijvingen van familieleden die recent overleden waren, vrijwel allen jonger dan 70 jaar. Mensen belden me en spraken over de vele sterfgevallen van vrienden, van kennissen en familie. Allemaal jong gestorven, allemaal met een verhaal.
Ik constateer dat de reacties op deze oproep het vermoeden van de grote oversterfte onder de tweede generatie niet tegenspreekt, maar een harde conclusie kan niet getrokken worden.
Er moet verder gekeken worden.

Leeftijdsopbouw

Er zou nog een verklaring onderzocht moeten worden: de populatie Molukkers heeft misschien wel een vreemde leeftijdsopbouw heeft die afwijkt van die van Nederlanders. Om dit te verduidelijken: stel dat de tweede generatie Molukkers weinig kinderen heeft en dat de eerste generatie door heimwee en verdriet al eerder is overleden, dan is het niet vreemd dat alleen de tweede generatie genoemd wordt op FB. Er zouden dan immers geen andere overledenen zijn.
Maar de cijfers laten weinig verschillen zien tussen de Molukse en de Nederlandse leeftijdsopbouw. De cijfers over de Molukkers zijn afkomstig uit het CBS-rapport ‘Molukkers in Nederland’ (2020), de cijfers over de leeftijdsopbouw zijn afkomstig uit de demografische gegevens die het CBS jaarlijks publiceert. Het peiljaar is in beide gevallen 2018:

Leeftijd Molukkers Aantal Molukkers Percentage Aantal Nederlanders Percentage
< 10 jaar 7200 10,1 % 1796165 10,5 %
10-20 jaar 10100 14,1 % 2014491 11,7 %
21-30 jaar 11900 16,6 % 2174938 12,7 %
31-40 jaar 11200 15,7 % 2078145 12,1 %
41 – 50 jaar 7800 10,9 % 2307135 13,4 %
51 – 60 jaar 9600 13,4 % 2491356 14,5 %
61 – 70 jaar 9900 13,9 % 2079275 12,1 %
71 – 80 jaar 2400 3,4 % 1460665 8,5 %
80 jaar > 1300 1,8 % 778914 4,5 %
71400 100 17181084 100 %

 

Een vergelijking per leeftijdsgroep laat alleen voor de categorie 71 – 80 jarigen een significant verschil zien van 5,1 % (8,5 – 3,4 %), waarbij de Molukkers ondervertegenwoordigd zijn. Dat kan te maken hebben dat Molukkers van de oudste tweede generatie al eerder zijn overleden. In dat geval impliceert dat  – oneerbiedig gezegd – de trend doorgaat.
Dit wordt min of meer beaamd in het onderzoek van Adee Bodewes:

Het onderzoek van Adee Bodewes

Adee Bodewes promoveerde in 2022, haar onderzoeken naar de gezondheidstoestand van de Molukkers zijn fraai om te lezen en huiveringwekkend in hun bevindingen. Molukkers zijn ongezonder en gaan in alle generaties eerder dood dan Nederlanders. Het sterftecijfer was voor de eerste generatie 55 % hoger dan het Nederlandse (i.e. van de 1000 Nederlanders gaan er gemiddeld 10 dood in een jaar, bij de Molukkers is dat 55 % hoger). En dit sterftecijfer is ook voor de tweede en derde generaties veel hoger. Haar conclusies zijn dat deze ongelijkheid in sterfte doorgaat, zij het dat de verschillen met het tijdsverloop minder groot worden.

DeeL twee: VOORLOPIGE CONCLUSIES en discussie

De cijfers van Bodewes zijn gebaseerd op gegevens tot het jaar 2013. We zijn inmiddels elf jaar verder, en niet eerder zijn vanuit de Molukse gemeenschap zoveel geluiden vernomen over de oversterfte van de tweede generatie Molukkers.

Het is evident dat er vervolgonderzoek moet komen. Interviews, vragenlijsten, genealogisch en dossieronderzoek zullen nodig zijn. De Pattimura Academie vermoedt dat een behoorlijke oversterfte door onderzoek bevestigd zal worden De geluiden hierover werden niet weerlegd door Kabar2Duka, en ook niet door de reacties naar aanleiding van mijn vraag op Facebook en door de door Bodewes gemelde sterftecijfers. We zijn echter genoeg wetenschapper om te kijken of er een weerlegging kan komen, daarom pleit de Pattimura Academie voor goed onderzoek, waarbij ook gekeken moet worden naar de omstandigheden van de overleden personen. Hoe was hun situatie, hun gezondheid, hun opvoeding? Bij Molukkers spelen dit soort vragen ook, er wordt uiteraard gezocht naar en gediscussieerd over de mogelijke oorzaken van de door hen geconstateerde oversterfte onder de tweede generatie. Daarover het volgende:

Discussie

De Molukkers zelf hebben naar aanleiding van mijn berichtje op FB  verklaringen gezonden. Ze worden hieronder kort besproken. Ik eindig met een mogelijk plausibele conclusie die door Arthur Titiheru en mij is besproken.

Asbest en de kampen als verklaring

De vele overlijdensgevallen onder de tweede generatie hebben volgens een aantal berichten rechtstreeks te maken met het asbest dat in de kampen/woonoorden te vinden zou zijn. Het in contact komen met asbest op jonge leeftijd heeft evenwel geen causale relatie met een vroegtijdige dood door kanker, het is dus net als met roken: er is een verband, maar niet iedere roker krijgt kanker.
Voor asbest is de incubatietijd 10 – 40  jaar, wat zou impliceren dat kanker al jaren geleden moet zijn opgetreden, maar dat wordt niet ondersteund door cijfers. Bodewes ziet geen verschillen in kanker bij Molukkers en Nederlanders als doodsoorzaak.
Het is overigens niet slecht om de omstandigheden in de kampen te onderzoeken: wat heeft slechte huisvesting voor gevolgen? Voor de spirituele Molukkers is een verblijf in een voormalig concentratiekamp, zoals Vught en Westerbork, waar mensen gemarteld en gedood zijn geen sinecure. Binnen de westerse wetenschappen wordt hieraan geen aandacht besteed, maar er zijn culturen die de dood willen vermijden, en begraafplaatsen niet snel bezoeken. De Molukkers werden gehuisvest op plekken waar zes jaar daarvoor vreselijke zaken hebben plaatsgevonden. Wat doet dat met jonge kinderen?

Hebben de overleden tweede generatie Molukkers allen een kampverleden? Dat is niet het geval. We gaan verder zoeken, er zijn mensen die de overheid als dader aanwijst:

De Nederlandse overheid als schuldige…?

De Nederlandse overheid heeft de Molukkers niet goed behandeld: de eerste generatie is vernederd door de KNIL-militairen te ontslaan, de gezinnen te huisvesten in erbarmelijke omstandigheden, werk en inkomen te onthouden en de Molukkers te behandelen als niet-betalende klanten van een gereformeerde kruidenier.
Wat is hen aangedaan! Ontslag en niet mogen werken zijn pijnlijke zaken, maar de echte pijn zit veel en veel dieper.  Ze zouden een korte tijd in Nederland verblijven, en met wie wetenschap hebben zij hun familie, onder wie soms ook hun eigen kinderen, en zeker hun ouders kunnen achterlaten. Na jaren van hoop, en altijd maar de gepakte koffers in handbereik, kwamen ze erachter dat van terugkeer geen sprake kon zijn. Ze hadden in die jaren van wachten soms via de telex vernomen dat hun zoon, dochter, vader of moeder overleden waren. Deze pijn gaat verder dan het lichaam en de geest, ze wroet in de verscheurde ziel.

Bodewes ziet de houding van de Nederlandse overheid als een van de oorzaken van ziekten, en in die lijn wordt een van haar aanbevelingen dat er aandacht moet komen voor de Molukse historie.
Verklaart de houding van de Nederlandse overheid evenwel de hoge sterftecijfers?  Misschien ten dele: het wantrouwen van de Molukkers naar Nederlanders, incluis de gezondheidszorg, kan de zorgvermijding verklaren, waardoor artsen te laat of helemaal niet ingeschakeld zijn. Ten tijde van de corona kwamen diverse Molukse gemeenschappen in het nieuws: Molukkers weigerden zich te vaccineren. Er was achterdocht.
De overheid als schuldige aanwijzen is niet vol te houden. We moeten dus ook verder zoeken:

Traumatische gebeurtenissen en de gevolgen daarvan

Dr. Elias Rinsampessy heeft in het boek ‘Echte Molukkers slurpen papeda’ het al aangetipt: de Molukse opvoeding van de eerste generatie had soms veel weg van wat nu als kindermishandeling wordt beschouwd. Een paar jaar geleden kwam dat ook naar voren op de FB-pagina ‘Ik heb hart voor het Molukse Erfgoed’. Er werden verhalen verteld over stokslagen op de zolen, over vrijwel ongekleed in de sneeuw staan, over kniebuigingen, over slaan met zwepen en met riemen … Het ging nota bene om kleine kinderen!
Een familielid vertelde me dat hij als hij een onwelgevoeglijk woord gebruikte, vastgebonden werd, hete sambal in zijn mond kreeg en vervolgens werd plakband over zijn lippen geplakt, zodat hij niets kon uitspugen. Onderhand werd hij geslagen. Hij was 11 jaar oud, toen hij van huis wegliep, hij woonde drie jaar in een kleine ruimte in een fabriekshal. Hij was veertien jaar toen een onderwijzer hem opmerkte. Dat gebeurde meer dan 65 jaar geleden. Hij kan er met moeite over spreken. Dat is echter op FB wel anders. Over nare zaken doet men soms erg laconiek: ik ben er geen slechter mens van geworden, mijn vader had het moeilijk, hij bedoelde het niet kwaad … Ouders worden ontschuldigd. Zie daar de loyaliteit van kinderen aan hun ouders.

Zou hierin ook een verklaring kunnen zitten voor het hoog aantal sterfgevallen onder de tweede generatie? Molukkers praten niet graag over hun ouders,  die hun kinderen pijn hebben aangedaan. Trauma’s die blijven kunnen zich manifesteren in ernstige ziekten. Wereldberoemde auteurs als Bessel van der Kolk en Gabor Mate, en binnen de Molukse gemeenschap Bram Latumahina hebben hierover geschreven. 

Nagy en de trauma

Zou in het intergenerationele de verklaring kunnen liggen? De eerste generatie Molukkers is ontheemd, bedrogen en vernederd door de Nederlandse overheid, waaraan trouw gezworen was. De tweede generatie is opgevoed in slechte omstandigheden, vaak met ouders die de harde hand hanteerden. Daar liggen wonden, traumata zogezegd.
We weten inmiddels dat ook de derde generatie het moeilijk heeft: in vrijwel alle opzichten zijn de kleinkinderen in vergelijking met de Nederlandse leeftijdsgenoten minder succesvol: ze hebben iets minder betaalde banen, hun schoolopleiding is lager, ze verdienen minder, ze gaan eerder dood, ze hebben vaker een eenoudergezin en ze bezoeken dokters minder.

De Hongaar Nagy (1920 – 2007) is baanbrekend geweest op het gebied van intergenerationele hulpverlening. Familie is voor hem belangrijk, een idee dat Molukkers kennen. Zij zijn trouw aan het voorgeslacht, trouw aan talloze voorouderlijke riten die de verbondenheid met de Molukken en de historie daarvan tot uitdrukking brengen.
De contextuele benadering beschouwt problemen, trauma’s en levensvragen niet los van wat generaties lang is doorgegeven. De verbondenheid met partners, kinderen, (groot)ouders en andere familierelaties vormen de context van het handelen, het denken en het voelen.
Bij Nagy gaat het om loyaliteit: tussen de generaties bestaat een onverbrekelijke, existentiële band. Het kind is loyaal aan zijn ouders. Er is niet alleen een primaire loyaliteit, omdat het geboren is vanwege zijn ouders, maar ook een secundaire loyaliteit door de opvoeding. Als die loyaliteit verstoord wordt, zal dat ernstige gevolgen kunnen hebben voor het kind en ook voor het gezin.
De loyaliteit van het kind gaat heel ver. Het ontschuldigt zijn ouders, waardoor problemen in stand gehouden worden.
Hiernaar zal meer onderzoek verricht moeten worden, de ingrediënten voor een goede aanpak zitten wel in deze benadering van Nagy: het minder succesvol zijn van de nieuwe generaties op de maatschappelijke ladder zou een antwoord kunnen zijn op de loyaliteitsvraag: de eerste generaties waren minder succesvol, het ligt niet aan hen, want ook ik ben minder succesvol. Zo worden ze ontschuldigd!

Kortom, er zijn dus genoeg vragen die om nader onderzoek vragen. Een onderzoek dat wellicht tot aanbevelingen leidt die de blinde vlekken in gezondheidsonderzoeken in Nederland aan het licht brengt. En aldus een bijdrage kan leveren aan beleidsmaatregelen. De Pattimura Academie heeft een brede, interdisciplinaire kennis in huis!

Bibliografie

Bodewes, A. (2022). The health of Moluccans in the Netherklands: a persistent disadvantage. Amsterdam: UvA-DARE

CBS. (2020). Molukkers in Nederland. De sociaaleconomische positie van Molukse migranten, hun kinderen en kleinkinderen. Den Haag: CBS

Latumahina, Bram (2017). Een kleine psychologie van het Molukker-zijn. Soest: boek.scout.

[Het oeuvre van Bram Latumahina is meer dan de moeite waard. Het geheim van Molukker-zijn (Hillegom 2024) is geschreven met een zekere wetenschappelijke distantie, terwijl Een kleine psychologie van het Molukker-zijn (Soest 2017) en zijn roman Hati Sakit (Soesterberg 2022) het Molukker zijn van binnenuit weergeven]

Onderwaater, A. (2024). De onverbrekelijke band. Inleiding & ontwikkelingen in de contextuele therapie van Nagy. Pearson Benelux

Rinsampessy, E. (. (2023). Echte Molukkers slurpen papeda. Nijmegen: stichting Muhabbat